Het weer en de toekomst, een gemeengoed

4-5-2017 14:22

De ingeschreven Register-Experts en de relaties uit de branche Brand kregen tijdens het Rendez- Vous 2017 met als titel ‘Het weer en de toekomst, een gemeengoed’ een gevarieerd programma voorgeschoteld met een tweetal interessante lezingen: Carlo van de Weijer mobiliteitsexpert en directeur Strategisch Area Smart Mobility aan de TU Eindhoven, ging in op de gevolgen van de digitalisering op zowel de samenleving in het algemeen als op de expertise- en andere bedrijfstakken in het bijzonder. Rob Sluijter, als klimatoloog verbonden aan het KNMI, sprak over het weer en name over de extremiteiten daarin in ons land. Een verhaal dat hij dezelfde middag ook hield voor de aanwezigen bij de sessie van de branchegroep Motorvoertuigen.

'BLIJVEN BEWEGEN. Over een industrie in ontwrichting’.  Zo luidde de titel van de presentatie van Carlo van de Weijer. Gelardeerd met enkele tientallen bewegende en andere beelden en cijfers maakte hij zijn boodschap duidelijk: voor elke bedrijfstak die wordt geconfronteerd met digitalisatie geldt dat er (vaak ingrijpende) veranderingen op til zijn, maar wat die veranderingen precies zijn en waar ze vandaan komen valt steeds lastiger te voorspellen. “Kortom, dat vraagt van elke organisatie om alert te zijn en zich niet te star, maar flexibel op te stellen. Daarbij verwees De Weijer naar een bekend voorbeeld van een bedrijf, marktleider zelfs, dat door te laat inspelen op de veranderende markt uiteindelijk het loodje legde: Kodak. “Maar ook in de muziekindustrie zijn tal van voorbeelden bekend van het verdwijnen van (prominente) marktspelers door de komst van nieuwe spelers, zoals I-tunes en Spotify. Denk niet dat dit in uw branche niet kan gebeuren.”

 Aan de hand van tal van voorbeelden, vooral uit zijn eigen (mobiliteits)branche, maakte de mobiliteitsexpert duidelijk dat ‘de gehele wereld in rap tempo aan het veranderen is’. “AlIe bedrijfstakken zijn geraakt door de digitalisering en de veranderingen gaan vele malen sneller dan vaak wordt gedacht.” Al doet daarbij volgens hem zich wel een merkwaardig fenomeen voor: onze mobiliteit is qua tijd door de eeuwen heen niet echt veranderd, we verplaatsen ons ongeveer een uur per dag. Maar in die tijd zijn we door de komst van bijvoorbeeld schip, trein, auto en vliegtuig wel  steeds verder gaan reizen.”

Van de Weijer benadrukte dat kennis en de toegang tot data de komende jaren van doorslaggevend belang worden, voor alle bedrijfstakken. “De voortschrijdende techniek heeft er al voor gezorgd dat een auto vaak meer kennis ‘in huis’ heeft dan de chauffeur. Voor uw branche zijn smartphone, camera’s en auto’s nieuwe databronnen. Zorg ervoor dat u daarbij betrokken blijft, anders weet een Google dadelijk meer dan de traditionele expert. Wees alert op veranderingen, die overigens vaak uit onverwachte hoek komen, en speel daar tijdig op in.”

Extreem weer in Nederland

Het weer, de ontwikkeling ervan en de verwachtingen op de lange termijn, vooral toegespitst op hagel stonden centraal in het ‘weerpraatje’ van KNMI-klimatoloog Rob Sluijter. Met zijn presentatie met titel ‘Over hagel, wind en regen. Extreem weer in Nederland’ wist hij zijn gehoor te boeien met een verkorte ‘masterclass’ weer. Daarin vertelde hij mede aan de hand van tal van aansprekende schadebeelden niet alleen over het ontstaan van wolken, regen, sneeuw, hagel, ijzel en onweer, maar stond hij ook stil bij de vaker voorkomende hoosbuien en van tornado’s en andere zware weercalamiteiten (windburst) die zich voornamelijk voordoen in het buitenland. Per weersoort ging hij in op de schadekans en -frequentie.

Wie het heeft over hagel, denkt sinds vorig jaar juni vooral aan de regio rond Luyksgestel. De Brabantse plaats haalde de nieuwsmedia in eigen land en zelf daarbuiten vanwege een hevige, kortstondige hagelbui met hagelstenen zo groot als tennisballen, die voor meer dan een half miljard euro aan schade veroorzaakte aan woningen, bedrijfspanden, auto’s, kassen en oogsten. Vervolgens ging hij nader in op het ‘fenomeen’ hagel en belichtte hij de verschillende hagelvormen: de vaker voorkomende ‘zachtere’, samen te drukken kleinere hagelstenen in de winter en de minder frequent maar hevigere hagelbuien met grotere, minder ‘kneedbare’ hagelstenen in de zomer. Daarbij vertelde hij dat statistisch forse hagelbuien vooral voorkomen in de maanden juni en juli, bijna twee keer zo vaak als in mei en augustus en vijf tot zes keer vaker dan in september. 

Aan het eind van zijn presentatie stipte hij de rol van de KNMI aan met betrekking tot de (verkeers)veiligheid door onder meer toe te lichten bij welke omstandigheden het alarm Code geel, oranje of rood wordt afgegeven. In dit verband wees hij op de technologische mogelijkheden die het op termijn mogelijk moet maken dat mensen via hun mobiele telefoon in de auto of elders tijdig en specifiek een persoonlijke, geregionaliseerde waarschuwing zouden kunnen ontvangen, gecombineerd met gerichte verkeersinformatie. Ook attendeerde hij zijn gehoor op de relevante informatie die ook de expertise- en verzekeringsbranche bij het weerinstituut kan opvragen over schadekans – bijvoorbeeld hoe vaak regent en onweert het? – en schadeomstandigheden: was er op die dag en tijdstip in die betreffende regio sprake van forse regen- of hagelbuien of van onweer? 

Sluijter sloot af met een ‘weersvoorspelling’ voor de lange(re) termijn door stil te staan bij de verwachte klimatologische veranderingen voor de komende decennia, zoals opgesteld in het KNMI’14-rapport.  De algehele verwachting is dat de winters warmer en vochtiger worden en de zomers warmer en droger, al moet daarbij wel rekening worden gehouden met een toename van hevige, vaak lokale neerslagbuien. Alleen al door hagelschade wordt in 2050 een toename verwacht van de schadelast aan de landbouw met 25 tot 48% en aan kassen met 116 tot 219%.