“Ons gedachtengoed, net zo veranderlijk als het weer”

4-5-2017 14:17

De valkuilen van ons brein en de gestaag veranderende klimatologische omstandigheden en de impact daarvan op het werk van alledag. Dat waren de onderwerpen die de ingeschreven Register-Experts en de relaties uit de branche Motorvoertuigen kregen voorgeschoteld tijdens het ‘Rendez-Vous’. Aanleiding voor het branchebestuur vormde enerzijds het complexer worden van de schadebehandeling voor de expert, mede waardoor de communicatie belangrijker aan het worden is; anderzijds is er de invloed van het weer op het werk van de expert, onder meer in de vorm van meer calamiteiten. John de Kok van Braincompass sprak over het eerste onderwerp; Rob Sluijter, klimatoloog bij het KNMI, over het tweede. Dezelfde middag hield hij deze presentatie ook bij de branchegroep Brand.

“We zijn allemaal kenniswerker geworden en we weten amper iets over de werking van ons brein. Ook bij experts zit het vakgebied in het hoofd en niet in de handen. Maar ons brein neemt ons vaak in de maling.” Die prikkelende woorden kwamen uit de mond van De Kok. Hij schetste de ontwikkeling van het menselijke brein door de eeuwen heen en ging daarna in op wat het brein met iemand doet op het moment dat hij bij een klant staat. “Ons brein neemt vaak een loopje met ons als het om feiten gaat. We zien vaak veel zaken over het hoofd omdat we bepaalde vaardigheden op de automatische piloot doen. Andere dingen spelen een belangrijke rol: hoe de thuissituatie is, zorgen over de toekomst. Dat heeft effect op ons beoordelingsvermogen.”

De Kok gaf ook aan dat andere ontwikkelingen onze blik beïnvloeden. “Het aantal schades neemt toe  waarbij de klant persoonlijk betrokken is en zich daardoor ook mee bemoeit.  Deze emotionele druk heeft een effect op de keuzes die we maken en of we ons conformeren aan onze eigen mening.” En dat maakt weer dat een deuk een deuk blijft, maar tegelijkertijd elke expert een schade anders kan beoordelen door de omstandigheden.

Eerste drie jaar

Vaak is er een discrepantie tussen hoe iemand zijn gedachten en meningen beoordeelt en hoe die werkelijk in elkaar zitten. "Veel gedachten en meningen zijn zo oud als jezelf. Een deel wordt gevormd door je DNA. Eigenschappen van je ouders neem je soms wel en soms niet over. Daarnaast zijn de eerste drie jaar bepalend voor hoe je naar jezelf en anderen kijkt. Daarna ontwikkelt je persoonlijkheid zich verder door opleiding, hobby’s en werkkring. Je ontmoet steeds meer mensen en leert andere groepen met eigen opvattingen kennen. Dat maakt je beeld breder, maar ook beperkt als het bij dezelfde groep of werkomgeving blijft."

Volgens De Kok kan inzicht in de manier waarop iemand zijn biologische identiteit heeft gevormd, helpen om bewuster keuzes te maken en de persoonlijke valkuilen te doorzien. “Maar dan moet je als expert wel openstaan voor feedback uit je omgeving en dat kan soms wel zorgen voor een deukje in je ego.”

Extreem weer in Nederland

Het weer, de ontwikkeling ervan en de verwachtingen op de lange termijn, vooral toegespitst op hagel stonden centraal in het ‘weerpraatje’ van KNMI-klimatoloog Rob Sluijter. Met zijn presentatie met titel ‘Over hagel, wind en regen. Extreem weer in Nederland’ wist hij zijn gehoor te boeien met een verkorte ‘masterclass’ weer. Daarin vertelde hij mede aan de hand van tal van aansprekende schadebeelden niet alleen over het ontstaan van wolken, regen, sneeuw, hagel, ijzel en onweer, maar stond hij ook stil bij de vaker voorkomende hoosbuien en van tornado’s en andere zware weercalamiteiten (windburst) die zich voornamelijk voordoen in het buitenland. Per weersoort ging hij in op de schadekans en -frequentie.

 Wie het heeft over hagel, denkt sinds vorig jaar juni vooral aan de regio rond Luyksgestel. De Brabantse plaats haalde de nieuwsmedia in eigen land en zelf daarbuiten vanwege een hevige, kortstondige hagelbui met hagelstenen zo groot als tennisballen, die voor meer dan een half miljard euro aan schade veroorzaakte aan woningen, bedrijfspanden, auto’s, kassen en oogsten. Vervolgens ging hij nader in op het ‘fenomeen’ hagel en belichtte hij de verschillende hagelvormen: de vaker voorkomende ‘zachtere’, samen te drukken kleinere hagelstenen in de winter en de minder frequent maar hevigere hagelbuien met grotere, minder ‘kneedbare’ hagelstenen in de zomer. Daarbij vertelde hij dat statistisch forse hagelbuien vooral voorkomen in de maanden juni en juli, bijna twee keer zo vaak als in mei en augustus en vijf tot zes keer vaker dan in september. 

Aan het eind van zijn presentatie stipte hij de rol van de KNMI aan met betrekking tot de (verkeers)veiligheid door onder meer toe te lichten bij welke omstandigheden het alarm Code geel, oranje of rood wordt afgegeven. In dit verband wees hij op de technologische mogelijkheden die het op termijn mogelijk moet maken dat mensen via hun mobiele telefoon in de auto of elders tijdig en specifiek een persoonlijke, geregionaliseerde waarschuwing zouden kunnen ontvangen, gecombineerd met gerichte verkeersinformatie. Ook attendeerde hij zijn gehoor op de relevante informatie die ook de expertise- en verzekeringsbranche bij het weerinstituut kan opvragen over schadekans – bijvoorbeeld hoe vaak regent en onweert het? – en schadeomstandigheden: was er op die dag en tijdstip in die betreffende regio sprake van forse regen- of hagelbuien of van onweer? 

Sluijter sloot af met een ‘weersvoorspelling’ voor de lange(re) termijn door stil te staan bij de verwachte klimatologische veranderingen voor de komende decennia, zoals opgesteld in het KNMI’14-rapport.  De algehele verwachting is dat de winters warmer en vochtiger worden en de zomers warmer en droger, al moet daarbij wel rekening worden gehouden met een toename van hevige, vaak lokale neerslagbuien. Alleen al door hagelschade wordt in 2050 een toename verwacht van de schadelast aan de landbouw met 25 tot 48% en aan kassen met 116 tot 219%.