Waken voor vooringenomenheid

1-12-2017 12:52

Is wat je ziet daadwerkelijk wat het is? Of is datgene wat je ziet eigenlijk iets dat je verwacht te zien? De Branche Personenschade van het NIVRE organiseerde op donderdag 23 november jl. in Corpus een seminar met als titel “What you see is what you get!”’ waarin de aanwezige letselschadeprofessionals een spiegel kregen voorgehouden. Met als boodschap: waak in uw dagelijks werk bij de zoektocht naar de waarheidsvinding voor vooringenomenheid, aannames en vooroordelen!

In de bijzondere omgeving van ‘Corpus’, waarin een reis is te maken door (het lichaam van) de mens, werd dit thema voor de ruim honderd aanwezigen door een viertal sprekers vanuit verschillende invalshoeken belicht: vanuit de advocatuur (dagvoorzitter Chris van Dijk van Kennedy Van der Laan), de wetenschap ( Ton Derksen, voormalig hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de universiteiten van Nijmegen en Tilburg), de medische wereld (Dinesh Kaulesar Sukul, voormalig Hoofd afdeling Traumatologie van het Academisch Ziekenhuis Dijkzigt in Rotterdam en thans als Medisch Adviseur verbonden aan Cunningham Lindsey Nederland), en de expertisebranche (Maarten van der Linden, voorzitter Branchebestuur Personenschade van het NIVRE).

 

Verzwarende PE en intervisie

In zijn welkomstwoord lichtte laatstgenoemde het thema toe en benadrukte de gevolgen van de veranderende en vooral ook complexer wordende letselschaderegelingsmarkt voor de rol van de personenschade-expert. “We moeten van steeds meer zaken op de hoogte zijn: actuele kennis, fiscale wetgeving, jurisprudentie, medische ontwikkelingen, psychologie, nieuwe privacyregels en het gedrag van mensen. Daardoor komen we als beroepsgroep nóg meer onder een vergrootglas te liggen.”

Voor het NIVRE is dit volgens hem aanleiding geweest om een onderzoek te starten om de opleiding tot NIVRE Personenschade Expert te gaan moderniseren en het systeem van permanente educatie (PE)verder te verzwaren. “Zo gaat er na afloop van PE-bijeenkomsten via multiple choice een kennistoets worden gehouden over de inhoud ervan. Daarnaast gaan we als Branchebestuur Personenschade een proef doen met intervisie, een zelfhulpmethode waarmee collega’s elkaar helpen om beter te worden in hun werk. Hiervoor worden volgend jaar drie regiobijeenkomsten gehouden (Noord, Midden, Zuid), waarbij aan de hand van zelf ingebrachte casus de aanpak collegiaal worden getoetst”, vertelde Van der Linden.

“Iedereen is subjectief!”

“Iedereen is subjectief! Het is niet “What you see is what you get maar what you see is what you expected to see.” Met die woorden zet dagvoorzitter Chris van Dijk de toon van de middag. Hij toonde foto’s van VS-president Trump, een Hells Angel en premier Rutte.

“Als ik u vraag wie van deze drie mensen een moord heeft gepleegd, dan heeft u daarover een gedachte. Vaak dezelfde. Ook als ik u vraag wie van deze drie in het kader van de ‘me too’-discussie wordt beschuldigd van ongewenst seksueel gedrag, dan heeft u uw mening vaak al bepaald. Kortom, iedereen neemt vooringenomen standpunten in. Met alle risico’s van dien voor uw werk als NIVRE Personenschade-expert. De les van vandaag is dan ook dat we voorzichtig moeten zijn met het trekken van conclusies. Voorts is het van groot belang om ons te realiseren dat onderzoek uitwijst dat ons geheugen slecht is en dat verklaringen, zeker jaren na dato, vaak beperkt van waarde zijn. Voorts vullen getuigen vaak onbewust leemtes in het geheugen in. ”

Van Dijk wees verder op een andere verbeterpunt: “De manier van verhoren is in rechte vaak niet goed genoeg, waardoor de waarheid niet zo maximaal mogelijk wordt achterhaald. Ook is de schriftelijke weergave van het besprokene minder volledig dan wenselijk.” Als mogelijke oorzaken werden aangevoerd het ontbreken van getrainde ondervragers, opnames van de verhoren en een uitgewerkt systeem van bescherming tegen bepaalde typen vragen. Ook worden geen letterlijke verslagen van de verhoren gemaakt maar een samenvatting en is er vaak sprake van een andere rechter die op basis van een verre van volledig verslag van het verhoor zijn beslissing moet nemen. “Dat kan beter”, benadrukte Van Dijk, die daarbij onder meer zei te denken aan het opnemen van de verhoren – “vreemd waarom dat nog niet gebeurt” - en aan het laten plaatsvinden van de primaire verhoren via cross examination door advocaten waarna de rechter de leemtes kan invullen met vragen. Ook stelde hij voor een cursus afnemen getuigenverhoren en het opstellen van een protocol met spelregels voor het verhoren van getuigen.

Hij maakte met het oog hierop de vergelijking met de civiele verhoren in de VS, waar men beschikt over een fijnmazig juridisch bouwwerk over hoe advocaten (en rechters) met getuigen mogen en moeten omgaan. “Men gaat daarbij soms (te) ver naar onze maatstaven, maar in vele opzichten is de manier van verhoren beduidend beter”, aldus Van Dijk, die aan het slot van zijn verhaal stil stond bij de waarheidsvinding door deskundigen. “De moeilijkheid is dat iedereen zich deskundige kan noemen. Het is daarom goed dat er een register bestaat – LRGD – maar dat is niet volledig. Bovendien weet de deskundige vaak niet waar zijn advies voor wordt gebruikt en wat de consequentie is van zijn antwoorden. Daarnaast laat de praktijk van alledag zien dat een deskundige, ook bij gefundeerde kritiek, bijna nooit op een eerder ingenomen standpunt terugkomt. Dat heet in wetenschappelijke termen ‘belief perseverance’. Kenmerkend was het antwoord van iemand die beticht werd van het hebben van een tunnelvisie. ‘Dat kan wel zijn maar ik zit wel in de juiste tunnel’.”

Theorie-geladen

“In alledaagse leven is er voor een volledig rationele beslissing te weinig tijd en te weinig brein”. Die prikkelende stelling kwam uit de mond van prof. dr. Ton Derksen, voormalig hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de universiteiten van Nijmegen en Tilburg en auteur van onder meer het boek over de zaak Lucia de Berk.

Met zijn vaak controversiële, maar wetenschappelijk onderbouwde standpunten zette hij de aanwezige letselschadeprofessionals continu aan het denken en hield hij hen een spiegel voor.

Derksen stond in zijn presentatie uitgebreid stil bij de valkuilen in het onderzoeksproces, zowel bij het zoeken, zien en duiden van informatie en waarnemingen. “Wat we vinden is mede bepaald door zoekschema; zoeken is dus altijd gericht en daarmee ingeperkt door de zoekvraag. Het beperkt bovendien de dingen die men vindt. Met een alternatieve theorie kunnen we naar andere gegevens zoeken. Door alternatieve scenario’s te negeren stellen we mogelijkerwijs de verkeerde vragen.”

“We denken alles te zien”

Volgens de voormalig hoogleraar denken ‘we’ alles te zien, maar die gedachte werd gelogenstraft aan de hand van een kort filmpje waarin 21 veranderingen plaatsvonden. De meeste aanwezigen namen er daarvan hooguit twee à drie waar. “Net als zoeken is ook waarneming theorie-geladen. “Die theorie kan aangeboren zijn, maar ze kan ook onbewust door ons brein als uitgangpunt genomen worden. Met een andere theorie kun je daarom andere dingen gaan zien. Bijvoorbeeld, afhankelijk van ons uitgangspunt (is de baby een jongen of een meisje) zien we de baby boos (bij een jongen) dan wel angstig reageren (bij een meisje). En met de kennis dat verdachte X bekent heeft, herkennen we, als getuige, hem veel vaker in een Oslo-confrontatie (line-up) dan zonder die kennis.”

Datzelfde geldt volgens Derksen ook voor deskundigen. “Er zijn wetenschappelijke experimenten waarin handschriftdeskundigen met één verdachte (die verdachte is “dus” de dader) het gevonden manuscript herkennen als zijnde van de verdachte, terwijl als er drie verdachten zijn geen herkenning plaats vindt: dan weten de experts niet wie de dader is. Deze kleuring van wat we zien, is zelfs aanwezig bij DNA-onderzoek. Iemand werd in de werkelijke wereld veroordeeld voor verkrachting omdat zijn DNA matchte met het gevonden DNA-profiel. Van de zeventien DNA-deskundigen, die niets van de zaak afwisten, sloten twaalf de verdachte juist uit op basis van zijn DNA-profiel, vier wisten het niet, en slechts één meende dat het profiel bij de verdachte past.”

Welke conclusie kan hieruit worden getrokken? Derksen: “Kennis kleurt dus de uitkomst van wat we zien. What you see is what you get? Nee, what you see is what you expected to see. En tegen die theorie, die verwachting, moet je je dus verweren! Dat gaat beter naarmate je je meer van je eigen theorie bewust bent. Soms moet je bewust een alternatieve theorie inzetten om de dingen anders (beter?) te zien.

Medisch specialistische expertise

Dinesh Kaulesar Sukul belichtte de medisch specialistische expertise in al zijn facetten: de gebruikelijke gang van zaken en diverse aspecten zoals valkuilen en de consequenties daarvan. “De medische expertise is meer gericht op feitenvinding, context en erkenning van de betrokkene. Het mag geen fake news zijn maar eerder een proces van ruim denken en een streven naar ordening van feiten. Dat is van het allergrootste belang.

Met betrekking tot factfinding bij medische expertise merkte hij op dat de ‘waarheid’ nooit absoluut is. “De feiten komen tot stand door een gesprek, interpretatie, onderzoek ervaring en beeldvorming. Als je eenmaal een gedachte hebt, is het lastig daarvan af te komen”, aldus Kaulsesar Sukul.

Hij gaf de aanwezigen de goede raad afstand te nemen en goed te luisteren naar wat de ander te vertellen heeft. Soms is het beter als expert/medisch onderzoeker je mond te houden en de ander aan het woord te laten. Daar komt soms meer uit dan op de antwoorden op al je vragen.”

Als valkuilen voor een specialistisch medisch onderzoek noemde hij het hebben van blinde vlekken en het uitgaan van stereotyperingen, vooroordelen en een onjuiste causaliteit. Met het oog op het laatste zei hij dat men twee opeenvolgende feiten kan waarnemen en de juistheid ervan vaststellen, maar dat men de relatie die er misschien bestaat tussen die feiten niet kan waarnemen. “Die relatie van causaliteit kan hooguit vermoed worden, denk bijvoorbeeld aan de recente #metoo-discussie.”

Volgens Kaulsesar Sukul heeft het werkgebied van de medische specialistische expertise raakvlakken met verschillende rechtsgebieden: bestuursrecht (WAO, WIA, Ambtenaren recht), civiel recht (part. AOV, ongevallenverzekering), wettelijke aansprakelijkheid (letselschade, medische aansprakelijkheid) en de wegenverkeerswet (bijzondere zaken). “Elk werkgebied stelt andere eisen aan de vraagstelling. Bij WAO,WIA moeten die meer gericht zijn op de feiten en beperkingen, bij AOV en ongevallen op de feiten, beperkingen omstandigheden en causaliteit, bij wettelijke aansprakelijkheid op feiten, beperkingen, omstandigheden, en medische causaliteit( IWMD 2009) en bij medische aansprakelijkheid op de feiten, lege artis normschending van zorgvuldigheid, causaal verband en schade op vakgebied.”

Een specialistisch medisch onderzoek stelt volgens hem tal van eisen aan de deskundige: professionele deskundigheid, een onbevooroordeelde aanpak, zorgvuldigheid, intersubjec-tieve toetsbaarheid, relevantie en kostenbewustheid, consistentie, begrijpelijkheid en een algemeen aanvaarde onderzoeksmethode. Kaulesar Sukul besloot zijn presentatie met een live informatief gesprek met een letselslachtoffer, een collega, waarin hij op een open manier inging om de aard en de ernst van het letsel te kunnen beoordelen. “Het voordeel van een dergelijke aanpak, waarbij je je vooraf niet inleest in het dossier, is dat je niet vooringenomen en bevooroordeeld te werk uitgaat. Dat bevordert de objectiviteit.” Hij wees vervolgens zijn gehoor zelfs op de keerzijde daarvan. “Het slachtoffer kan het als negatief ervaren dat je je vooraf niet in zijn situatie hebt verdiept en daardoor het gevoel krijgen dat je zijn of haar situatie niet serieus neemt.”