Groeiend bewustzijn over noodzaak duurzaam schadeherstel

Het Manifest Duurzaam Schadeherstel, in juni vorig jaar ondertekend door het NIVRE, Schoonmakend Nederland en het Verbond van Verzekeraars, heeft als doel om duurzaam schadeherstel tegen eind 2024 de gangbare praktijk te laten zijn. Hoe je dit bereikt? Door er met elkaar over te sparren, elkaar te enthousiasmeren, best practices te delen en bevindingen te onderbouwen met cijfers. Want zo gaat het onderwerp leven.
Op het Captains Dinner op 7 februari op de SS Rotterdam waren drie prominente sprekers uitgenodigd om hun visie op dit onderwerp te geven. Aan de hand van de door hen geponeerde stellingen discussieerden de gasten, vertegenwoordigers van zo’n 50 Kamerbureaus, tussen de gangen door levendig over dit onderwerp. De discussies toonden aan dat er een groeiend bewustzijn is binnen de sector over de urgentie en noodzaak van duurzaam schadeherstel, en dat samenwerking essentieel is om deze doelen te bereiken.

Samenwerking is essentieel
De aftrap werd gegeven door Geeke Feiter, directeur Schade van het Verbond van Verzekeraars. Zij benadrukte tijdens haar presentatie de impact van de CO2-uitstoot en het belang van duurzaamheid in de sector. Ze legde uit dat samenwerking – ook mondiaal – essentieel is om de schade door veranderend weer aan te pakken. Nederland heeft zich immers verbonden aan de klimaatdoelstellingen van Parijs, en de financiële sector moet deze doelstellingen naleven en zich richten op CO2-reductie. Geeke haalde cijfers van McKinsey aan die tonen dat 85% van de CO2-uitstoot van een schadeverzekeraar bij claims zit, wat aangeeft dat er dringend actie moet worden ondernomen om duurzaamheid te bevorderen.

Aan de slag in werkgroepen
Vervolgens legde zij het proces uit waarmee de drie ondertekenaars van het Manifest dit willen bewerkstelligen, namelijk door in drie werkgroepen met elkaar aan de slag te gaan. Iedere werkgroep focust zich op een eigen thema, te weten Energie & materieel, Mobiliteit & mens en Circulariteit, om te ontdekken welke onderwerpen binnen die drie thema’s de meest duurzame impact hebben. Vervolgens zullen zij aangeven hoe we dat kunnen meten en wat het besparingspotentieel dan wel de duurzaamheidswinst is van die ideeën. Als dit helder is, dan gaan we door naar fase twee. In die tweede fase zullen de werkgroepleden die ideeën implementeren. Daarna zullen de ervaringen gedeeld gaan worden met de rest van de markt. Als alles volgens planning verloopt leven we dan eind 2024.

Groeiende vraag naar duurzame verzekeringsproducten
Na het voorgerecht richtte Rob ter Mors, uitvoerend bestuurder van de VNAB, zich in zijn presentatie op de vooruitgang en uitdagingen met betrekking tot duurzaam schadeherstel. Hij merkte op dat duurzaam schadeherstel nog niet altijd op de agenda staat bij besprekingen tussen klanten, makelaars en verzekeraars. Rob benadrukte het belang van samenwerking tussen marktpartijen en het proactief integreren van duurzaamheid in de bedrijfsvoering. Hij concludeerde dat duurzaam schadeherstel een onderwerp is waar alle marktpartijen meer tijd aan moeten besteden, gezien de groeiende vraag van consumenten naar duurzame producten.



Verschuiving naar groene en duurzame producten
Tot slot deelde Christian Leif Hansen, CEO Denmark & Nordic Region van Sedgwick, inzichten vanuit Denemarken, waar duurzaam schadeherstel al veel verder gevorderd is. Hij gaf in zijn presentatie aan dat wij als branche onze verantwoordelijkheid moeten nemen en actief moeten deelnemen aan de duurzaamheidsagenda. “Onze klanten en hun klanten verwachten – en met de nieuwe wetgeving eisen zij – dat we duurzaamheid op alle niveaus integreren. Het hebben van een duurzaamheidsstrategie en het implementeren hiervan in onze industrie wordt een 'license to operate' in de zeer nabije toekomst.” Net als de twee vorige sprekers benadrukte hij het belang van duurzaamheid en het integreren ervan in de bedrijfsvoering als cruciaal voor de toekomstige operaties van de verzekeringssector.
Hij legde uit dat er in Denemarken een groeiende vraag is naar groene en duurzame producten van verzekeringsmaatschappijen waardoor zij nu gefocust zijn op het bieden van deze producten om een concurrentievoordeel te behalen. Om aan deze vraag te kunnen voldoen, moeten verzekeringsmaatschappijen samenwerken met schade-experts. Zij kunnen met hun expertise helpen om de juiste beoordelingen te doen en te bepalen hoe bijvoorbeeld de herbouw zal plaatsvinden. Hij gaf aan niet alle details te kennen, maar wel te weten dat er vergaderingen plaatsvinden en dat er wordt samengewerkt om aan de eisen van verzekeringsmaatschappijen te voldoen. Kortom, de verzekeringsmaatschappijen in Denemarken zijn begonnen met een verschuiving naar groene en duurzame producten als reactie op de consumentenvraag, zien dit als een concurrentievoordeel, en hebben er de expertisebureaus hard bij nodig.

NIVRE als spil om duurzaamheid te faciliteren
Hij gaf ten slotte aan dat het eens te meer belangrijk is om als expertisebureau relevant te blijven en mee te gaan met alle veranderingen en dat het NIVRE namens alle expertisebureaus in Nederland hier een goede rol kan innemen.